OK je hebt taalkunde
gestudeerd.
De geschiedenis,
de klankevolutie,
de diverse richtingen.
Je hebt grammatica
geblokt, zeer diepgaand.
Oud-Engels,
Middelnederlands,
de hele zwik.
Maar nu zie je het
van dag 1 ontstaan
in een mini-mensje.
En dan merk je
dat het taalcentrum
explodeert
in dat kleine koppie.
Ik praat altijd
normaal met haar
benoem de meeste dingen
gewoon met hoe ze heten
geen woefke, geen tuut
maar een hondje en een auto.
Maar dat ze feilloos
magneetjes terughangt
op de koelkast
haar voetjes uitsteekt in bad
en op haar dikke buik roffelt
van zodra je erom vraagt
dan is dat gewoon
wonderlijk.
Ze verzint zelf gebaren
ik weet perfect
wanneer ze eten wil
of drinken
of zelfs haar melk.
Praten doet ze honderduit
en de woordjesschat
groeit wekelijks.
Al ben ik wellicht
de enige die ba(l) puss en tjt
begrijpt.
Maar daar gaat het om.
Wij begrijpen elkaar.
Een nieuwe fase,
die ons allebei
heel goed ligt.
Gezinneke Babbelwey 🙂