Lang heb ik gevonden
dat Rosa weinig brabbelde
vergeleken met vriendjes
van dezelfde leeftijd.
Gillen wel.
In alle tonen
trommelvliesverscheurend
luid en schril
zodat ook honden
het zouden horen
alsook de buren
(straten ver).
Ook frustratiehuilen,
verveling,
geen aandacht,
slaapgevechten,
allemaal redenen om
een keel op te zetten.
Brul, krijs, gil.
Maar voorts?
Verder dan wat
taitaitai of brrrr is ze
lange tijd
niet gekomen.
Maar. Nu.
Dat mondje staat niet stil.
Elke dag wordt
een nieuwe
vondst gedaan.
Dat geluid maken
terwijl je een vuist
in je mond
heen en weer beweegt
hilarisch is.
Bijvoorbeeld.
Of dat je lettergrepen
eindeloos aan elkaar
kan breien
in een patroon
of willekeurig.
En dat stemmetjes
en intonatie
leuk speelgoed zijn.
Allerschattigst.