Beestenbuikenboel

En dan hoor je
op de crèche
dat Rosa
diarree heeft
en niet eten wil
zoals het hoort.
Ja het heerst een beetje.
Buikgriep.

Maar het is nog niet
zo erg
het wurm schatert
en schettert als normaal
al stapelen de stinkluiers
zich op
je wast op zestig graden
alle beestjes dood.
Hoop je.
En ja, eten
zou vlotter kunnen.
Niet te erg dus.

Maar maandag
plots een belletje
Rosa is ziekjes
kom je haar halen?

De huisdokter
vond het niets
“het ergste is voorbij”.
Rosa mocht ook niets
om te stoppen.
Het moet er uit,
luidt dokter’s raad.

Dus wacht je met
de Enterol
en het rijstewater.
Al druist dat wat in
tegen je gevoel.
Ach ja, mama…
wat weet jij ervan?

Op donderdag hadden
we samen
van beestenboel
in de buik
Rosa mocht niet crèchen
wegens te hoge koorts.
En overgeven ook.
En hoesten.
En hees.
Ze veranderde
in een slappe vod.
Slapen slapen slapen.
Armpjes
van willoos rubber.
Oogjes op
half zeven.

ORS bijgeven
drinken drinken drinken
maar het enige
wat de pruts
niet wou
was
drinken drinken drinken…

De slag om de slok
nam aanvang.

Weer naar een dokter.
Antibiotiek.
En kaka naar het labo
gevreesd wordt
het Rota-beest.

Anderhalve week later
bijna een halve kilo lichter
mama elke twee uur
een fles in de aanslag
ook ’s nachts
met speciaal spul
tegen uitdroging.
Gemengd met eten.

En negeert de dokter.
Nu wel Enterol.
Soms drinkt ze vlot,
soms eindigt
het mengsel
in t riool.

Het helpt wel.
Nú pas
lijkt het ergste voorbij.
Al weet je dat
dus blijkbaar nooit.

Maar nooit
verliest Rosa
haar vrolijke
humeur.
Al is de lach
soms slappe was,
het blijft
een gulle lach.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *