Born to be wild

Doorgaans zijn
de wegen super
de borden accuraat
en ook de Thai
rijden best beschaafd.

Vaak is het asfalt
glad als babybil,
plots onderbroken
door stukken brokkelweg
-of zelfs niets-
wegen(s) werken.

De 1095 en 1009
zeer uitdagend
heel erg steil
haarspelden in overvloed.
Dit zijn bergen,
Himalaya’s voet.
Je leert hier rijden.
Je moet wel.

En ook al rijdt men
hier vooral scooter
een 400cc
is wel fijn bergaf
maar bergop
is best hard werken.
Blij dat ik wat
motorbeheersing
heb gevolgd.
Hoewel, toch twee
dingen bijgeleerd
op de ouderwetse
manier (met auw):

Les 1
Nooit de voorrem gebruiken.
Nooit.
Tenzij op een rechte weg.
Zonder zand.

Les 2
Snelheid is je vriend.
Zeker bergop.
“A friend in need
is a friend indeed
A friend with speed
is better…”
Je zingt het
als een mantra.

Het gaat traag.
Vanwege de bochten
en de hellingen.
Je zou sneller kunnen,
maar je doet het niet.
Want je weet niet
wat er na de bocht
of helling komt.

Steil of plat?
Bocht links
of rechts?
Koeien
of tegenliggers?
Een trage truck?
Een diepe kuil
of gesmolten asfalt?

Daarom doe je
maar rustig.
Rijden is best zwaar.
De hitte.
Concentratie.
Fysiek ook.
Vooral de talloze
haarspelden,
steil op of steil neer
vergen giga energie.
Adrenaline rusht
continue.

Soms zit je erdoor.
Wil je de motor weer
inleveren.
Dat is het moment
om even te stoppen
(als het kan)
voor een Sponsor,
Cola of Miranda.
Een wandeling,
een piknik
of een waterval.
Suiker en water.
Van levensbelang.

Om het fijn te houden
beperk je de dagtrips
tot 150 a 200 km.
Daar doe je toch al
snel (of traag)
drie vier uur over,
pauzes niet incluis.

Belgische snelweg
gaat zo saai zijn
straks. 🙂

Eén gedachte op “Born to be wild

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *