Geen lied kan
het overstemmen,
geen penseel
schildert het weg.
De ochtendster
schijnt even niet.
De nacht blijft
nog even hangen.
Je verwelkomt
oude bekenden:
omhelst
Frustratie en Degoutatie,
omarmt
Twijfel en Schaamte.
Ze verzamelen
allemaal samen
op het feestje
net onder
je zonnevlecht.
Tot plots!
een gevecht!
Van krachten en
machten.
Van smachten.
Naar?
Dan de eruptie!
Pupillen verdringen de iris
donkerrood het aanschijn,
spieren spannen.
De sprong!
De vlucht!
Vleugelslagen!
Vleugellam…
De klap.
De holder. De bolder.
De zucht.
Een implosie.
Morgen zal ik
wel weer vrolijk zijn
en blond,
en schattig,
en lief.
M A A R . N U . E V E N . N I E T !
(nu schrijf ik even hele slechte powezie).